Arnhem niet fout met weigeren shishalounge Rijnstraat

Geplaatst in: De Gelderlander
Journalist: Jan van Ommen

DEN HAAG/ARNHEM (05 februari 2025) – De gemeente Arnhem heeft geen fouten gemaakt door de familie Laheij, ex-eigenaar van een winkelpand aan de Rijnstraat, in tweede instantie een vergunning te weigeren voor een shishalounge, zo oordeelt ’s lands hoogste bestuursrechter: De Raad van State vandaag in een einduitspraak.

 

En omdat Arnhem terecht een vergunning weigerde heeft de familie Laheij in deze procedure geen recht op een schadevergoeding. Hoewel de gemeente aanvankelijk geen probleem zag, zat er van 2011 tot eind 2018 een shishalounge in het pand. In 2019 verleende Arnhem alsnog een zwaardere horecavergunning voor de shishalounge. Alleen weigerde zij die vergunning subiet na bezwaren van een naburig bedrijf.  Laheij was verbijsterd en zag zich gedwongen naar de rechter te stappen. Alleen levert de gang naar de bestuursrechter niets op, zo blijkt vandaag uit de einduitspraak.

 

Winkelgebied

 

Arnhem staat sinds 2019 op het standpunt op dat het pand in een winkelgebied is en dat Arnhem daar geen zwaardere horeca met late sluitingstijden wil toestaan. Lichte horeca die dezelfde openings- en sluitingstijden als de winkels hebben was wel mogelijk.  De uitspraak betekent een enorme domper voor de familie. Volgens Harry Laheij heeft hij enorme schade geleden door de uiteindelijke weigering van de gemeente om een shishalounge in haar pand aan de Rijnstraat 6 toe te staan. ,,Die huurinkomsten waren mijn pensioen. Die heeft de gemeente mij ten onrechte ontnomen,” zei ex-eigenaar-verhuurder Harry Laheij afgelopen november tijdens een rechtszaak in Den Haag.

 

Geen fout herhalen

 

Arnhem staat op het standpunt dat zij in 2011 ten onrechte toestemming heeft verleend voor de shishalounge en besloot die in 2019 uiteindelijk na enig gesteggel alsnog in te trekken. Kortom, de gemeente voelde zich niet verplicht een eerdere fout te herhalen. De Raad van State is het eens met de gemeente dat zij op grond van haar horecabeleid niet verplicht was een vergunning te verlenen. Ook van een ondubbelzinnige keiharde toezegging dat Laheij sowieso recht had op een vergunning is ook geen sprake.

 

Civiele rechter

 

Bovendien heeft de gemeente veel vrijheid om een ruimtelijk – en  horecabeleid vast te stellen. Dus geen reden om Arnhem op de vingers te tikken. Hoewel Laheij in deze bestuursrechtsprocedure geen recht op een schadevergoeding heeft, sluit de Raad niet uit dat hij in een civiele procedure nog wel kans op een schadevergoeding heeft. Maar dan zal Laheij de kwestie eerst aan de civiele rechter moeten voorleggen. Afgelopen november zei Laheij dat zeker van plan te zijn als hij bot zou vangen bij de hoogste bestuursrechter.