DEN HAAG(19 juli 2024) – ,,Den Haag had mij al vergunningen verleend voor het verbouwen van een onverkoopbaar pand aan de Juliana van Stolberglaan met elf appartementen en studio’s. Toen trok ze opeens de stekker eruit. Dat is niet voorstelbaar, ik had er al 1,7 miljoen in geïnvesteerd,” zei kamerverhuurder Jeroen Lentze vandaag tijdens een rechtszaak in Den Haag.
Daar hoopt Lentze en een tiental collega-kamerverhuurders dat de hoogste bestuursrechter de gemeente Den Haag flink flik op de vingers tikt en er alsnog voor zorgt dat zij hun voor kamerbewoning verbouwde panden kunnen blijven verhuren. Volgens Lentze slaat de Haagse verplichting om zijn 600 vierkante meter grote pand aan slechts twee a drie personen te verhuren helemaal nergens op. Zeker niet in deze tijd van woningnood. ,,Het vervallen pand heeft jaren te koop gestaan. Het was van een failliete tandartspraktijk waar niemand zijn vingers aan wilde branden. Ik kreeg aanvankelijk vergunning om er een verdieping op te zetten en om er elf appartementen en studio’s in te bouwen. En daarna draaide de gemeente om als een blad aan de boom en mochten er alleen nog een paar enkele huurders in. Want er zou grote schaarste aan dure woonpanden bestaan. Dat is klinkklare nonsens. Dure woningen van 600 m2 raak je echt niet zo gemakkelijk, die staan lang te koop. Ik heb nu na een gunstige rechtbankuitspraak weer elf huurders, die nergens anders in Den Haag een woning kunnen vinden. Moeten die er straks weer uit als de Raad van State Den Haag in hoger beroep alsnog in het gelijk stelt.”
Omzetten moeilijker
Als het aan de gemeente ligt wel. De Haagse raadsvrouw legde uit dat Den Haag rond 2020 het kamerverhuurbeleid heeft aangepast om te voorkomen dat de toch al grote schaarste aan reguliere woningen verder zou oplopen. De gemeente past de huisvestingsverordening aan waardoor het omzetten van gewone woningen in kamerpanden moeilijker werd. Wat de schaarste aan goedkopere woningen en huizen in het middensegment betreft had de gemeente dat voldoende met bewijzen en onderzoeksgegevens aangetoond. Voor die panden moet sowieso een vergunning worden aangevraagd om ze om te zetten in kamerverhuurpanden. Daar was de lagere bestuursrechter het ook mee eens. Alleen wat de duurdere en dure woningen betreft meende de Haagse bestuursrechter dat Den Haag niet echt hard had gemaakt dat daar ook grote schaarste heerst en dat de villa’s en herenhuizen ook onder een vergunningenbeleid moeten vallen. Den Haag meent dat ze intussen een waterdichte huisvestingsverordening heeft. De gemeente wil flink grip hebben op de kamerverhuur omdat er een grote reguliere woningschaarste is. Wij willen vooral aan de onderkant en het middensegment van de woningmarkt ruimte scheppen. Daarvoor moeten bewoners kunnen doorstromen naar duurdere woningen. Dat kan niet als veel duurdere woningen ook in kamerverhuurpanden worden omgezet, aldus de gemeenteraadsvrouw tegen het bestuursrechtscollege.
Huurders in rechtszaal
In ieder geval vindt Den Haag dat ze voldoende hard heeft gemaakt dat er voor duurdere woningen een kamerverhuurvergunningplicht geldt. Om die reden ging de gemeente bij de Raad van State tegen de uitspraak van de lagere rechter in hoger beroep om de vergunningplicht te redden. De hoogste bestuursrechter stelde tijdens de zitting een groot aantal vragen aan zowel de gemeente als de kamerverhuurders. De rechters leken vooral problemen te hebben met het feit dat de gemeente geen enkel overgangsrecht kent voor panden die voor het aanscherpen van het kamerverhuurbeleid al in een verbouwingsprocedure zaten, zoals het pand van Lentze. Die kregen van het ene op het andere moment met een kamerverhuurverbod te maken. Lentze had overigens een aantal van zijn huurders naar de rechtszaal aan de Kneuterdijk meegenomen. Zij hopen dat ze in hun studio’s kunnen blijven zitten, omdat het aanbod aan betaalbare woningen nog steeds heel mager is. Uitspraak binnen enkele weken.