Rechter tegen ‘vurige’ verdachte vernieling en bedreiging: ‘Blij je ontmoet te hebben’

Geplaatst in: Leidsch Dagblad
Journalist: Hans Hemmes
LEIDEN (10 april 2025) –  Na een vernieling bij moeder thuis en bedreiging van een politieman met het opblazen van zijn huis, kreeg Leidenaar M.W. (22) van het het OM een werkstraf-schikkingsvoorstel van 16 uur aangeboden. Iemand die het met zo’n schikkingsvoorstel niet eens is, kan de zaak alsnog laten voor komen bij de rechter. Mensen doen dat laatste meestal als ze ontkennen, of als ze die straf voorgestelde straf te hoog vinden. Maar de Leidenaar vond zijn straf eerder te laag ! Hij wilde er met de rechter over praten, vertellen hoe hij inmiddels tot zelfinzicht was gekomen. Daarom liet hij de zaak alsnog voor komen.
De Leidenaar had op 21 september 2023 na een ruzie een bord, plantenpot, kast en trapleuning vernield bij zijn moeder. Waar de ruzie om ging wist hij niet meer. “Ik was mezelf niet meer en wil er ook niet over nadenken. Kijk alleen vooruit.”  Na het incident werd hij opgesloten en bedreigde hij een politiebrigadier. Volgens eigen zeggen was hij in een observatiecel gegooid en ‘mensonterend’ behandeld. Op de vraag van de rechter waarom hij dan geen klacht had ingediend, antwoordde hij dat die ‘in een kast met een laag stof’ zou behandelen.
W. leed in die tijd aan gokverslaving en gebruikte harddrugs (‘shit in mijn neus’) en softdrugs. Nu blowt hij alleen nog, zo vertelde de Leidenaar.
Moeder
De verdachte praatte gedurende de zitting honderduit over zichzelf: dat hij dom was en niets voorstelde. “Ik heb een vurig karakter en wil gewoon altijd gelijk hebben.” De rechter raadde hem aan om de hulp te accepteren die andere mensen hem willen aanreiken, zoals van zijn moeder die naast hem zat.
“Ik ben blij je ontmoet te hebben, je bent een bijzonder mens”, zei de rechter. De officier van justitie vond ook dat W. ‘goed bezig’ was. “Het is heel knap dat je het realiseert, ga door met jezelf.”  De aanklaagstervond de strafbeschikking van 16 uur werkstraf die de Leidenaar eerst had ontvangen, toch een passende eis. Ze wees er ook op dat W. in zijn woning al speciale begeleiding heeft. De advocaat had hier niets aan toe te voegen en ook de rechter sloot zich aan bij de eis: “Ga die werkstraf doen, je weet ’t goed.”. Hij ging ermee aan de slag, knikte de Leidenaar.