DEN HAAG/KIJKDUIN (12 juni 2024) – Een negental Kijkduinse horeca- en winkelondernemers ving vandaag bot bij de Raad van State met hun schadeclaims vanwege de slechte bereikbaarheid door maandenlange wegwerkzaamheden op de route Kijkduin-Houtrust in 2018.
De hoogste bestuursrechter wijst vandaag in negen uitspraken alle hoger beroepen van de Kijkduinse ondernemingen van de hand, waardoor de gemeente Den Haag de hand op de knip kan houden. De Raad is het geheel eens met de gemeente dat niet de maandenlange werkzaamheden aan de Machiel Vrijenhoeklaan, maar vooral de sloop- en bouwwerkzaamheden op en rond de boulevard in Kijkduin in de zomer van 2018 oorzaak van de slechte bereikbaarheid was.
10 en 90 procent
Den Haag ging er terecht van uit dat slechts 10 procent van de slechte bereikbaarheid en omzet- en winstdaling van de ondernemers te wijten was aan de wegwerkzaamheden en 90 procent aan de bouwput op de boulevard. En hoewel 10 procent nog een klein schadebedrag had kunnen opleveren streepte de gemeente dat weg tegen het zogenoemde maatschappelijke risico. Dat is het risico dat iedere Nederlander loopt dat er iets in zijn omgeving verandert. Het bestuursrechtscollege vindt die redenering alleszins acceptabel. Ook vindt de Raad niet dat de gemeente met twee maten heeft gemeten.
50/50
Immers, eerder keerde Den Haag wel ruim een halve ton schadegeld aan het Kijkduinse restaurant Tios uit, die wat eerder een claim had ingediend. Toen ging de gemeente nog uit van 50/50 verdeling van schadeoorzaken. Alleen bleek volgens de gemeente uit nader onderzoek dat dat een vergissing was. En Den Haag meent dat ze niet verplicht is om een foute beslissing negenvoudig te herhalen. De Raad van State is het ook daar helemaal mee eens, zo blijkt vandaag uit de hoger beroepsuitspraken. Kortom, geen tonnen schadegeld voor de strand- en boulevardondernemers op deze ook al niet zo zomerse stranddag.